Lidwoord voor hygiëne
1
de hygiëne v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze hygiëne, die hygiëne
dichtbij deze hygiëne
verder weg die hygiëne
betrekkelijk voornaamwoord
de hygiëne die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun hygiëne
onbepaald voornaamwoord
elke hygiëne
buigings-e
de grote hygiëne, een grote hygiëne