Lidwoord voor kerkmuziek
1
de kerkmuziek v
aanwijzend voornaamwoord
deze kerkmuziek, die kerkmuziek
dichtbij deze kerkmuziek
verder weg die kerkmuziek
betrekkelijk voornaamwoord
de kerkmuziek die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun kerkmuziek
onbepaald voornaamwoord
elke kerkmuziek
buigings-e
de grote kerkmuziek, een grote kerkmuziek