Lidwoord voor zeilschool
1
de zeilschool v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze zeilschool, die zeilschool
dichtbij deze zeilschool
verder weg die zeilschool
betrekkelijk voornaamwoord
de zeilschool die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun zeilschool
onbepaald voornaamwoord
elke zeilschool
buigings-e
de grote zeilschool, een grote zeilschool