Uitleg over Van Dale Lidwoorden
Van Dale Lidwoorden is gratis te gebruiken en bevat een groot aantal zelfstandige naamwoorden met hun woordgeslacht, lidwoord en bijbehorende voornaamwoorden.
Wat is een lidwoord?
Een lidwoord staat vóór een zelfstandig naamwoord. Het Nederlands kent drie lidwoorden:
-
de: voor mannelijke en vrouwelijke woorden in het enkelvoud én voor alle meervouden
de man, de vrouw, de mensen -
het: voor onzijdige woorden
het kind, het dier, het gebouw -
een: voor telbare woorden in het enkelvoud (mannelijk, vrouwelijk én onzijdig)
een man, een vrouw, een kind, een dier, een gebouw
niet: een rijst, een suiker (niet telbaar), niet: een mensen (meervoud)
Wat is het woordgeslacht?
Zelfstandige naamwoorden hebben in het Nederlands een geslacht: ze zijn mannelijk (m), vrouwelijk (v) of onzijdig (o). Maar geslacht speelt in het Nederlands een minder grote rol dan in bv. het Duits en het Frans. Zo voelen de meeste Nederlanders het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke woorden niet meer aan – in Vlaanderen leeft het onderscheid nog wel enigszins.
Toch speelt het begrip geslacht wel degelijk een rol voor wie correct wil schrijven. Het bepaalt namelijk de keuze voor het lidwoord (de of het), het aanwijzend voornaamwoord, het betrekkelijk voornaamwoord, het bezittelijk voornaamwoord en het onbepaald voornaamwoord.
Wat is een aanwijzend voornaamwoord?
Een aanwijzend voornaamwoord dient om de ene persoon of zaak uitdrukkelijk van een andere te onderscheiden. Aanwijzende voornaamwoorden worden zowel bijvoeglijk gebruikt (vóór een zelfstandig naamwoord) als zelfstandig:
- deze auto is mooi
- die man is niet goed wijs
- dit huis is van mij
- dat boek is van haar
- deze wil ik hebben
- dat is te duur
Ezelsbruggetje
-
Bij de hoort deze en die
(laatste letter = e) -
Bij het hoort dit en dat
(laatste letter = t)
Wat is een betrekkelijk voornaamwoord?
Een betrekkelijk voornaamwoord is een woord dat dient om een zin of bijzin te verbinden met een voorafgaand woord of een voorafgaande zin. Het betrekkelijk voornaamwoord slaat altijd terug op een zinsdeel dat al eerder genoemd is:
- de man die daar woont
- de vrouw die daar werkt
- het huis dat daar staat
- het kind dat daar speelt
- de mensen die daar lopen
Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
Met een bezittelijk voornaamwoord geef je aan dat iemand of iets het genoemde bezit of dat er een vergelijkbare relatie is:
- de vrouw en haar fiets
- Peter en zijn hond
- het bedrijf en zijn werknemers
- de regering en haar besluiten
Wat is een onbepaald voornaamwoord?
Met een onbepaald voornaamwoord verwijs je niet naar een bepaalde persoon of zaak, maar duid je iets alleen in algemene zin aan:
- elke man
- elke vrouw
- elk kind
- elk dier
- elk gebouw
Andere onbepaalde voornaamwoorden zijn bijvoorbeeld ieder/iedere, welk/welke.