Lidwoord voor eerstgeboorterecht
1
het eerstgeboorterecht o
aanwijzend voornaamwoord
dit eerstgeboorterecht, dat eerstgeboorterecht
dichtbij dit eerstgeboorterecht
verder weg dat eerstgeboorterecht
betrekkelijk voornaamwoord
het eerstgeboorterecht dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun eerstgeboorterecht
onbepaald voornaamwoord
elk eerstgeboorterecht
buigings-e
het grote eerstgeboorterecht, een groot eerstgeboorterecht