Lidwoord voor emeritaat

1

het emeritaat o

aanwijzend voornaamwoord
dit emeritaat, dat emeritaat

dichtbij dit emeritaat

verder weg dat emeritaat

betrekkelijk voornaamwoord
het emeritaat dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun emeritaat
onbepaald voornaamwoord
elk emeritaat
buigings-e
het grote emeritaat, een groot emeritaat

Woorden die lijken op emeritaat