Lidwoord voor fair play
1
het/de fair play o+m
aanwijzend voornaamwoord
dit fair play, dat fair play
dichtbij dit fair play
verder weg dat fair play
betrekkelijk voornaamwoord
het fair play dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun fair play
onbepaald voornaamwoord
elk fair play
buigings-e
het grote fair play, een groot fair play
aanwijzend voornaamwoord
deze fair play, die fair play
dichtbij deze fair play
verder weg die fair play
betrekkelijk voornaamwoord
de fair play die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun fair play
onbepaald voornaamwoord
elke fair play
buigings-e
de grote fair play, een grote fair play