Lidwoord voor filmcamera
1
de filmcamera v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze filmcamera, die filmcamera
dichtbij deze filmcamera
verder weg die filmcamera
betrekkelijk voornaamwoord
de filmcamera die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun filmcamera
onbepaald voornaamwoord
elke filmcamera
buigings-e
de grote filmcamera, een grote filmcamera