Lidwoord voor hulp
1
de hulp v(m)
hulpmiddel
aanwijzend voornaamwoord
deze hulp, die hulp
dichtbij deze hulp
verder weg die hulp
betrekkelijk voornaamwoord
de hulp die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun hulp
onbepaald voornaamwoord
elke hulp
buigings-e
de grote hulp, een grote hulp
2
de hulp m/v
helper
aanwijzend voornaamwoord
deze hulp, die hulp
dichtbij deze hulp
verder weg die hulp
betrekkelijk voornaamwoord
de hulp die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun hulp
onbepaald voornaamwoord
elke hulp
buigings-e
de grote hulp, een grote hulp