Lidwoord voor kankergezwel
1
het kankergezwel o
aanwijzend voornaamwoord
dit kankergezwel, dat kankergezwel
dichtbij dit kankergezwel
verder weg dat kankergezwel
betrekkelijk voornaamwoord
het kankergezwel dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun kankergezwel
onbepaald voornaamwoord
elk kankergezwel
buigings-e
het grote kankergezwel, een groot kankergezwel