Lidwoord voor marathon
1
de marathon m
aanwijzend voornaamwoord
deze marathon, die marathon
dichtbij deze marathon
verder weg die marathon
betrekkelijk voornaamwoord
de marathon die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun marathon
onbepaald voornaamwoord
elke marathon
buigings-e
de grote marathon, een grote marathon