Lidwoord voor Nobelprijs
1
de Nobelprijs m
aanwijzend voornaamwoord
deze Nobelprijs, die Nobelprijs
dichtbij deze Nobelprijs
verder weg die Nobelprijs
betrekkelijk voornaamwoord
de Nobelprijs die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun Nobelprijs
onbepaald voornaamwoord
elke Nobelprijs
buigings-e
de grote Nobelprijs, een grote Nobelprijs