Lidwoord voor papierwinkel
1
de papierwinkel m
aanwijzend voornaamwoord
deze papierwinkel, die papierwinkel
dichtbij deze papierwinkel
verder weg die papierwinkel
betrekkelijk voornaamwoord
de papierwinkel die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun papierwinkel
onbepaald voornaamwoord
elke papierwinkel
buigings-e
de grote papierwinkel, een grote papierwinkel