Lidwoord voor rijbewijs

1

het rijbewijs o

aanwijzend voornaamwoord
dit rijbewijs, dat rijbewijs

dichtbij dit rijbewijs

verder weg dat rijbewijs

betrekkelijk voornaamwoord
het rijbewijs dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun rijbewijs
onbepaald voornaamwoord
elk rijbewijs
buigings-e
het grote rijbewijs, een groot rijbewijs

Woorden die lijken op rijbewijs