Lidwoord voor republiek
1
de republiek v
aanwijzend voornaamwoord
deze republiek, die republiek
dichtbij deze republiek
verder weg die republiek
betrekkelijk voornaamwoord
de republiek die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun republiek
onbepaald voornaamwoord
elke republiek
buigings-e
de grote republiek, een grote republiek