Lidwoord voor twintiger
1
de twintiger m
aanwijzend voornaamwoord
deze twintiger, die twintiger
dichtbij deze twintiger
verder weg die twintiger
betrekkelijk voornaamwoord
de twintiger die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun twintiger
onbepaald voornaamwoord
elke twintiger
buigings-e
de grote twintiger, een grote twintiger