Lidwoord voor zonnestelsel
1
het zonnestelsel o
aanwijzend voornaamwoord
dit zonnestelsel, dat zonnestelsel
dichtbij dit zonnestelsel
verder weg dat zonnestelsel
betrekkelijk voornaamwoord
het zonnestelsel dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun zonnestelsel
onbepaald voornaamwoord
elk zonnestelsel
buigings-e
het grote zonnestelsel, een groot zonnestelsel