Lidwoord voor asceet
1
de asceet m
aanwijzend voornaamwoord
deze asceet, die asceet
dichtbij deze asceet
verder weg die asceet
betrekkelijk voornaamwoord
de asceet die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun asceet
onbepaald voornaamwoord
elke asceet
buigings-e
de grote asceet, een grote asceet