Lidwoord voor autofocus
1
de autofocus m
aanwijzend voornaamwoord
deze autofocus, die autofocus
dichtbij deze autofocus
verder weg die autofocus
betrekkelijk voornaamwoord
de autofocus die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun autofocus
onbepaald voornaamwoord
elke autofocus
buigings-e
de grote autofocus, een grote autofocus