Lidwoord voor bruidsboeket
1
het/de bruidsboeket o+m
aanwijzend voornaamwoord
dit bruidsboeket, dat bruidsboeket
dichtbij dit bruidsboeket
verder weg dat bruidsboeket
betrekkelijk voornaamwoord
het bruidsboeket dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun bruidsboeket
onbepaald voornaamwoord
elk bruidsboeket
buigings-e
het grote bruidsboeket, een groot bruidsboeket
aanwijzend voornaamwoord
deze bruidsboeket, die bruidsboeket
dichtbij deze bruidsboeket
verder weg die bruidsboeket
betrekkelijk voornaamwoord
de bruidsboeket die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun bruidsboeket
onbepaald voornaamwoord
elke bruidsboeket
buigings-e
de grote bruidsboeket, een grote bruidsboeket