Lidwoord voor buitenkeuken
1
de buitenkeuken v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze buitenkeuken, die buitenkeuken
dichtbij deze buitenkeuken
verder weg die buitenkeuken
betrekkelijk voornaamwoord
de buitenkeuken die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun buitenkeuken
onbepaald voornaamwoord
elke buitenkeuken
buigings-e
de grote buitenkeuken, een grote buitenkeuken