Lidwoord voor computerscherm
1
het computerscherm o
aanwijzend voornaamwoord
dit computerscherm, dat computerscherm
dichtbij dit computerscherm
verder weg dat computerscherm
betrekkelijk voornaamwoord
het computerscherm dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun computerscherm
onbepaald voornaamwoord
elk computerscherm
buigings-e
het grote computerscherm, een groot computerscherm