Lidwoord voor drugsverslaafde
1
de drugsverslaafde m/v
aanwijzend voornaamwoord
deze drugsverslaafde, die drugsverslaafde
dichtbij deze drugsverslaafde
verder weg die drugsverslaafde
betrekkelijk voornaamwoord
de drugsverslaafde die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun drugsverslaafde
onbepaald voornaamwoord
elke drugsverslaafde
buigings-e
de grote drugsverslaafde, een grote drugsverslaafde