Lidwoord voor Europacup

1

de Europacup m

aanwijzend voornaamwoord
deze Europacup, die Europacup

dichtbij deze Europacup

verder weg die Europacup

betrekkelijk voornaamwoord
de Europacup die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun Europacup
onbepaald voornaamwoord
elke Europacup
buigings-e
de grote Europacup, een grote Europacup