Lidwoord voor fossiel
1
het fossiel o
aanwijzend voornaamwoord
dit fossiel, dat fossiel
dichtbij dit fossiel
verder weg dat fossiel
betrekkelijk voornaamwoord
het fossiel dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun fossiel
onbepaald voornaamwoord
elk fossiel
buigings-e
het grote fossiel, een groot fossiel