Lidwoord voor goddeloosheid
1
de goddeloosheid v
aanwijzend voornaamwoord
deze goddeloosheid, die goddeloosheid
dichtbij deze goddeloosheid
verder weg die goddeloosheid
betrekkelijk voornaamwoord
de goddeloosheid die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun goddeloosheid
onbepaald voornaamwoord
elke goddeloosheid
buigings-e
de grote goddeloosheid, een grote goddeloosheid