Lidwoord voor keizerskroon
1
de keizerskroon v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze keizerskroon, die keizerskroon
dichtbij deze keizerskroon
verder weg die keizerskroon
betrekkelijk voornaamwoord
de keizerskroon die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun keizerskroon
onbepaald voornaamwoord
elke keizerskroon
buigings-e
de grote keizerskroon, een grote keizerskroon