Lidwoord voor krachtsport
1
de krachtsport v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze krachtsport, die krachtsport
dichtbij deze krachtsport
verder weg die krachtsport
betrekkelijk voornaamwoord
de krachtsport die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun krachtsport
onbepaald voornaamwoord
elke krachtsport
buigings-e
de grote krachtsport, een grote krachtsport