Lidwoord voor kruisridder
1
de kruisridder m
aanwijzend voornaamwoord
deze kruisridder, die kruisridder
dichtbij deze kruisridder
verder weg die kruisridder
betrekkelijk voornaamwoord
de kruisridder die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun kruisridder
onbepaald voornaamwoord
elke kruisridder
buigings-e
de grote kruisridder, een grote kruisridder