Lidwoord voor lagelonenland
1
het lagelonenland o
aanwijzend voornaamwoord
dit lagelonenland, dat lagelonenland
dichtbij dit lagelonenland
verder weg dat lagelonenland
betrekkelijk voornaamwoord
het lagelonenland dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun lagelonenland
onbepaald voornaamwoord
elk lagelonenland
buigings-e
het grote lagelonenland, een groot lagelonenland