Lidwoord voor leeuwenmoed
1
de leeuwenmoed m
aanwijzend voornaamwoord
deze leeuwenmoed, die leeuwenmoed
dichtbij deze leeuwenmoed
verder weg die leeuwenmoed
betrekkelijk voornaamwoord
de leeuwenmoed die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun leeuwenmoed
onbepaald voornaamwoord
elke leeuwenmoed
buigings-e
de grote leeuwenmoed, een grote leeuwenmoed