Lidwoord voor paaz
1
de paaz v
aanwijzend voornaamwoord
deze paaz, die paaz
dichtbij deze paaz
verder weg die paaz
betrekkelijk voornaamwoord
de paaz die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun paaz
onbepaald voornaamwoord
elke paaz
buigings-e
de grote paaz, een grote paaz