Lidwoord voor spies
1
de spies v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze spies, die spies
dichtbij deze spies
verder weg die spies
betrekkelijk voornaamwoord
de spies die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun spies
onbepaald voornaamwoord
elke spies
buigings-e
de grote spies, een grote spies