Lidwoord voor staatskas
1
de staatskas v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze staatskas, die staatskas
dichtbij deze staatskas
verder weg die staatskas
betrekkelijk voornaamwoord
de staatskas die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun staatskas
onbepaald voornaamwoord
elke staatskas
buigings-e
de grote staatskas, een grote staatskas