Lidwoord voor strandweer
1
het strandweer o
aanwijzend voornaamwoord
dit strandweer, dat strandweer
dichtbij dit strandweer
verder weg dat strandweer
betrekkelijk voornaamwoord
het strandweer dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun strandweer
onbepaald voornaamwoord
elk strandweer
buigings-e
het grote strandweer, een groot strandweer