Lidwoord voor swastika
1
de swastika v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze swastika, die swastika
dichtbij deze swastika
verder weg die swastika
betrekkelijk voornaamwoord
de swastika die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun swastika
onbepaald voornaamwoord
elke swastika
buigings-e
de grote swastika, een grote swastika