Lidwoord voor timing
1
de timing v
aanwijzend voornaamwoord
deze timing, die timing
dichtbij deze timing
verder weg die timing
betrekkelijk voornaamwoord
de timing die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun timing
onbepaald voornaamwoord
elke timing
buigings-e
de grote timing, een grote timing