Lidwoord voor tuinstoel
1
de tuinstoel m
aanwijzend voornaamwoord
deze tuinstoel, die tuinstoel
dichtbij deze tuinstoel
verder weg die tuinstoel
betrekkelijk voornaamwoord
de tuinstoel die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun tuinstoel
onbepaald voornaamwoord
elke tuinstoel
buigings-e
de grote tuinstoel, een grote tuinstoel