Lidwoord voor watercloset
1
het watercloset o
aanwijzend voornaamwoord
dit watercloset, dat watercloset
dichtbij dit watercloset
verder weg dat watercloset
betrekkelijk voornaamwoord
het watercloset dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun watercloset
onbepaald voornaamwoord
elk watercloset
buigings-e
het grote watercloset, een groot watercloset