Synoniemen voor weggaan
1
afmarcheren, de hielen lichten, , ervandoor gaan, gaan, het anker lichten, inpakken en wegwezen, inrukken, opbreken, opstappen, vertrekken, wegwezen
formeelheengaan
informeelafnokken, aftaaien, moven, nokken, opdonderen, opdonderstralen, opduvelen, opflikkeren, ophoepelen, opkrassen, oplazeren, oplazerstralen, oppleuren, oprotten, opsodemieteren, opzouten
grofopkankerstralen
blijven
vluchten
aan de haal gaan, de benen nemen, de hakken laten zien, de hielen laten zien, de plaat poetsen, , , hem smeren, , zich uit de voeten maken, weglopen, zijn biezen pakken
formeelvlieden
zijns weegs gaan