Lidwoord voor aanval

1

de aanval m

aanwijzend voornaamwoord
deze aanval, die aanval

dichtbij deze aanval

verder weg die aanval

betrekkelijk voornaamwoord
de aanval die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun aanval
onbepaald voornaamwoord
elke aanval
buigings-e
de grote aanval, een grote aanval

Woorden die lijken op aanval