Lidwoord voor asielzoekerscentrum
1
het asielzoekerscentrum o
aanwijzend voornaamwoord
dit asielzoekerscentrum, dat asielzoekerscentrum
dichtbij dit asielzoekerscentrum
verder weg dat asielzoekerscentrum
betrekkelijk voornaamwoord
het asielzoekerscentrum dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun asielzoekerscentrum
onbepaald voornaamwoord
elk asielzoekerscentrum
buigings-e
het grote asielzoekerscentrum, een groot asielzoekerscentrum