Lidwoord voor automatiek
1
het/de automatiek o+v
aanwijzend voornaamwoord
dit automatiek, dat automatiek
dichtbij dit automatiek
verder weg dat automatiek
betrekkelijk voornaamwoord
het automatiek dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun automatiek
onbepaald voornaamwoord
elk automatiek
buigings-e
het grote automatiek, een groot automatiek
aanwijzend voornaamwoord
deze automatiek, die automatiek
dichtbij deze automatiek
verder weg die automatiek
betrekkelijk voornaamwoord
de automatiek die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun automatiek
onbepaald voornaamwoord
elke automatiek
buigings-e
de grote automatiek, een grote automatiek