Lidwoord voor draaiboek
1
het draaiboek o
aanwijzend voornaamwoord
dit draaiboek, dat draaiboek
dichtbij dit draaiboek
verder weg dat draaiboek
betrekkelijk voornaamwoord
het draaiboek dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun draaiboek
onbepaald voornaamwoord
elk draaiboek
buigings-e
het grote draaiboek, een groot draaiboek