Lidwoord voor passief
1
het passief o
last
aanwijzend voornaamwoord
dit passief, dat passief
dichtbij dit passief
verder weg dat passief
betrekkelijk voornaamwoord
het passief dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun passief
onbepaald voornaamwoord
elk passief
buigings-e
het grote passief, een groot passief
2
de/het passief m+o
passivum
aanwijzend voornaamwoord
deze passief, die passief
dichtbij deze passief
verder weg die passief
betrekkelijk voornaamwoord
de passief die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun passief
onbepaald voornaamwoord
elke passief
buigings-e
de grote passief, een grote passief
aanwijzend voornaamwoord
dit passief, dat passief
dichtbij dit passief
verder weg dat passief
betrekkelijk voornaamwoord
het passief dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun passief
onbepaald voornaamwoord
elk passief
buigings-e
het grote passief, een groot passief