Lidwoord voor evenwicht
1
het evenwicht o
aanwijzend voornaamwoord
dit evenwicht, dat evenwicht
dichtbij dit evenwicht
verder weg dat evenwicht
betrekkelijk voornaamwoord
het evenwicht dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun evenwicht
onbepaald voornaamwoord
elk evenwicht
buigings-e
het grote evenwicht, een groot evenwicht