Lidwoord voor Elfstedentocht
1
de Elfstedentocht m
aanwijzend voornaamwoord
deze Elfstedentocht, die Elfstedentocht
dichtbij deze Elfstedentocht
verder weg die Elfstedentocht
betrekkelijk voornaamwoord
de Elfstedentocht die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun Elfstedentocht
onbepaald voornaamwoord
elke Elfstedentocht
buigings-e
de grote Elfstedentocht, een grote Elfstedentocht