Lidwoord voor Esperanto
1
het Esperanto o
aanwijzend voornaamwoord
dit Esperanto, dat Esperanto
dichtbij dit Esperanto
verder weg dat Esperanto
betrekkelijk voornaamwoord
het Esperanto dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun Esperanto
onbepaald voornaamwoord
elk Esperanto
buigings-e
het grote Esperanto, een groot Esperanto