Lidwoord voor gaspedaal
1
het/de gaspedaal o+m
aanwijzend voornaamwoord
dit gaspedaal, dat gaspedaal
dichtbij dit gaspedaal
verder weg dat gaspedaal
betrekkelijk voornaamwoord
het gaspedaal dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun gaspedaal
onbepaald voornaamwoord
elk gaspedaal
buigings-e
het grote gaspedaal, een groot gaspedaal
aanwijzend voornaamwoord
deze gaspedaal, die gaspedaal
dichtbij deze gaspedaal
verder weg die gaspedaal
betrekkelijk voornaamwoord
de gaspedaal die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun gaspedaal
onbepaald voornaamwoord
elke gaspedaal
buigings-e
de grote gaspedaal, een grote gaspedaal