Lidwoord voor schoolgeld
1
het schoolgeld o
aanwijzend voornaamwoord
dit schoolgeld, dat schoolgeld
dichtbij dit schoolgeld
verder weg dat schoolgeld
betrekkelijk voornaamwoord
het schoolgeld dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun schoolgeld
onbepaald voornaamwoord
elk schoolgeld
buigings-e
het grote schoolgeld, een groot schoolgeld